Camera-instellingen
Het apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 1600 x 1200 pixels.
Wanneer u de instellingen van de camera wilt wijzigen, selecteert u
Menu
>
Media
>
Camera
>
Opties
>
Instellingen
.
54
Selecteer
Afbeelding
en maak een keuze uit de volgende instellingen:
Kwaliteit afbeelding
,
Resolutie (camera 1)
en
Resolutie (camera 2)
- Naarmate de
beeldkwaliteit en de resolutie hoger worden, gebruikt het beeld meer geheugen.
Opgen. afb. tonen
- Als u het opgenomen beeld niet direct wilt weergeven,
selecteert u
Nee
.
Stand.naam afbeeld.
- Hiermee kunt u de naam van opgenomen beelden wijzigen.
Gebruikt geheugen
- Selecteer of beelden worden opgeslagen in het
apparaatgeheugen of op de geheugenkaart.
Selecteer
Video
en maak een keuze uit de volgende instellingen:
Lengte
- Als de lengte is ingesteld op
Maximum
, wordt de lengte van de
opgenomen video alleen beperkt door de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Als
deze is ingesteld op
Kort
, is de opnameduur optimaal voor verzenden via een
MMS-bericht.
Resolutie (camera 1)
en
Resolutie (camera 2)
- Selecteer de videoresolutie.
Standaardvideonaam
- Selecteer hoe de videoclips worden genoemd.
Gebruikt geheugen
- Selecteer of videoclips worden opgeslagen in het
apparaatgeheugen of op de geheugenkaart.